Vertaal
Vertalingen zich bedienen NL>DE
zich bedienen (ww.) bedienen (ww.) ; sich bedienen (ww.) ; zugreifen (ww.) ; zulangen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zich bedienen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanpakken
NL: grijpen
NL: ingrijpen
NL: opdissen
NL: opscheppen
NL: toegrijpen
NL: toetasten
NL: zich bedienen aan tafel